Transparant
Angstig sta ik bij de ingang van de drukke schoolkantine.
Mijn hart begint sneller te kloppen en mijn benen willen achteruit. Ik zoek
naar mijn vriendinnen Eva en Gizem. Die zullen waarschijnlijk achter in de hoek
zitten, maar door alle drukte zie ik ze niet. Kom op Kelly, je kunt
het. Als ik een stap in de kantine zet, loopt een
enorme gozer met dikke stoppels langs mij en botst hard tegen mijn
schouder. Struikelend vlieg ik tegen een frisdrankautomaat aan,
die ik vervolgens stevig omhels. Ik zak door mijn knieën tot de grond en mijn
handen op de automaat glijden mee. Net wanneer ik denk dat deze beschamende
scene voorbij is, rolt er tot mijn verbazing nog een blikje cola uit de
automaat. Een groepje jongens die alles zien gebeuren, gieren het
uit.
'Geluk bij een ongeluk!' roept die ene stoere blonde.
'Lekker fris toch,' zegt de andere met wilde krullen.
'Psssssss,' zegt de derde alsof hij leegloopt.
Ik voel dat
ik knalrood word. De gozer die tegen mij aankwam, kijkt met een vieze blik
achterom alsof hij wil zeggen dat het mijn eigen schuld is, maar loopt vervolgens
gewoon weer door. Ik wil zo snel mogelijk de kantine uitrennen, maar op het
moment dat ik wil opstaan, voel ik een hand op mijn schouder. Ik sta oog in
oog met een leuke getinte jongen. Hij steekt zijn hand naar me uit om mij te
helpen. Even wrijf ik in mijn ogen om me te realiseren dat ik niet droom.
'Gaat het?' vraagt hij bezorgd. Wanneer ik mijn hoofd
knik, verschijnen de kuiltjes op zijn wangen. Ik smelt. Hij
schuift een stoel naar me toe en helpt mij zitten. Ik ben inderdaad weg van de
wereld, maar vooral doordat ik zweef in de sprankelende roze sterrenhemel. De
gebeurtenis van net ben ik al vergeten.
'Wat een klootzak was dat zeg. Als ik hem straks
tegenkom, ga ik hem erop aanspreken!'
Zijn stem klinkt als iemand die poëzie voorleest. Zelfs
het woordje klootzak spreekt hij teder uit, alsof hij het streelt met zijn tong.
'Mijn naam is Hassan,' zegt hij terwijl hij om zich heen
kijkt. Ik krijg niet eens de gelegenheid om mijzelf voor te stellen, want Hassan
heeft haast.
'Ik ga weer terug naar mijn vrienden. Kijk je uit?' Hij geeft
mij een schouderklopje en holt weg. Als een verlaten konijn met platgedrukte oren
en glinsterende oogjes, kijk ik om mij heen. Daar zit ik dan, midden in de drukke kantine. Dit is het moment.
Snel loop ik naar de wc en sluit mijzelf op in een hokje. Ik pak een spiegeltje en oordopjes uit mijn rugzak. De spiegel hou ik recht voor me en met mijn andere hand doe ik één voor één de oordopjes op. Ik haal diep adem en 1...2... poef! Mijn spiegelbeeld is verdwenen.
Zelfverzekerd ga ik de kantine weer binnen. Eerst loop ik
langs de jongens die mij net stonden uit te lachen en ga heel dichtbij ze
staan. De ene blonde, houdt een chick in de gaten en zoekt oogcontact. Gadver,
hij ruikt naar zweet. De andere twee hebben het over FC Barcelona die gisteren
2-0 heeft gewonnen van Ajax. Gelukkig maar, ze zijn mij al vergeten.
Ik kijk verderop. Bij de kassa zie ik Hassan staan. Hij
heeft heel wat eten besteld en loopt met een dienblad naar zijn vrienden. Ik
volg hem en ga pal achter hem staan. Ze praten wat in eigen taal, volgens mij
in het Arabisch. Het gesprek gaat verder in het Nederlands als Hassan antwoord:
'Ja toch vriend, ik kan er zo niet tegen.
Gewoon strijden!' Zijn vrienden knikken.
'Dat was echt heftig man, maar je hebt goed gehandeld,'
zegt één van zijn vrienden.
'Eigenlijk moest je met haar meegaan. Je bent getuige,'
zegt de andere.
Hebben ze het over mij?
Het gesprek gaat weer verder in
andere taal. Ik ga nog dichter bij Hassan staan, alsof ik hun taal dan wel zal verstaan, maar ineens draait hij zich om. Met de gedachte dat hij me heeft opgemerkt, deins ik
achteruit, maar dat is onmogelijk!
'Is er iets aan de hand?' vraagt zijn vriend.
'Ik weet niet man, voel me ineens raar. Alsof ik in de
gaten wordt gehouden,' antwoord Hassan verward.
Even is het stil.
'Weet je, ik ga toch maar even kijken hoe het met haar
gaat,'
Hij staat op en loopt dwars door mij heen de kantine
uit. Zijn vrienden volgen hem. Het bloed stolt in mijn hoofd. Hoe kan het dat
hij me heeft opgemerkt? Door mijn geur? Paniekerig snuffel ik aan mijn kraag en
oksels, maar ruik niets vreemds.
Plotseling echoot er een heftig gebonk in de kantine. De
vloer onder mijn voeten begint te beven. Wat gebeurt er allemaal? Het lijkt wel
alsof heel het gebouw aan het neerstorten is. Mijn hoofd begint te draaien en door
duizeligheid ga ik op de stoel van Hassan zitten. Ik laat mijn hoofd op tafel
zakken en sluit mijn ogen.
Met een vieze, droge smaak in mijn mond, word ik wakker
en ik lig op een... brancard? Door twee kale ambulancemedewerkers, word ik naar
buiten geduwd. Voor de ingang van onze school, staat een ambulance op ons te
wachten. Eva en Gizem, die met de medewerkers meelopen, kijken mij bezorgd aan.
'Ze komt weer bij!' roep Eva opgewonden.
'Wat is er met mij gebeurd?' vraag ik met mijn schorre stem. De woorden komen
moeizaam uit mijn mond.
'Iemand heeft je tegen de frisdrankenautomaat geduwd en
je viel flauw,' zegt Gizem. Ze houdt mijn hand vast.
'Maak je maar geen zorgen schat. We zijn bij je, alles
komt goed. Ik heb voor de zekerheid je moeder gebeld en die is ook onderweg.'
'En Hassan?' Zijn naam floept zomaar uit mijn mond.
Eva en Gizem kijken elkaar verbaasd aan.
'Wie is dat?' vraagt Eva.
'Laat maar,' zeg ik half dood. Het zal vast een droom
geweest zijn, al leek alles zo levensecht. Ik wilde net mijn ogen weer sluiten. Ineens zie ik, op het moment dat ik in de ambulance wordt getrokken, tussen een groepje jongens voor de ingang van onze school, een getinte jongen naar me zwaaien. Gefocust
knipper ik met mijn ogen. Is dat Hassan?
Genre:
jeugd en jongeren, sciencefiction